Welkom in de Kooger Kerk











Geschiedenis van de Kooger Kerk

De oudste kerk was naar men aanneemt van hout of tufsteen gemaakt. Eind 12de eeuw werd daaraan een driezijdig koor toegevoegd, waarbij veel kloostermoppen zijn gebruikt. In de 15de eeuw kwam er een nieuwe, bakstenen zaalkerk met een zware toren aan de westkant.

In 1819 werd de kerk volledig herbouwd op dezelfde funderingen, en in 1905 werd het torentje op de nokgevel afgebroken. Daarvoor in de plaats werd de huidige inpandige toren neergezet.


De kerkgebouwen aan de Langedijk

Publicatie uit het boek, geschreven door Maarten Kuiper, getiteld "een kijkje in de geschiedenis van Langedijk", uitgegeven in de Stolphoevereeks XI onder auspiciën van het Historisch Genootschap 'Oud West-Friesland' te Hoorn. Maarten Kuiper was een geboren en getogen Langedijker, oud-journalist en gedurende de periode september 1946 tot mei 1961 heeft hij (voor de PvdA) ook nog als wethouder deel uitgemaakt van het dagelijks bestuurscollege van de gemeente.

De Nederlands Hervormde kerk te Zuid-Scharwoude was vóór de Reformatie gewijd aan de heilige Petrus. Het 14e eeuwse gebouw was grotendeels opgetrokken uit tufsteen, afkomstig uit het Eifelgebergte. Het bezat een fraaie toren, waarin een luidklok hing, die in 1448 was gegoten door Rynout Butendic. Op deze klok stond: Ave Maria, Gratia Plena, Dominus tecum, Benedicta tu in matribus. Renout Butendic maecte mi, tot Utrecht so woont hi, anno MCCCCXLVIII (1448). Deze historische klok, die barsten kreeg, werd in 1921 omgeruild tegen een klok van het Rijksmuseum. Maar het bleek dat ook deze klok barsten vertoonde, zodat men de ruil maar ongedaan maakte. De klok uit 1448 werd in 1923 omgegoten. Hoewel er in was gegraveerd dat íe historische waarde had werd de klok tijdens de bezetting door de Duitsers opgeëist en weggevoerd. Heel ver is de klok echter niet gekomen. Samen met die uit de Ned.Herv. kerk te Broek op Langedijk en vele andere werd hij nadien opgevist uit het IJsselmeer, waar de schipper, die de klokken voor de Duitsers moest vervoeren, zijn schip had laten zinken. In 1946 werd de klok weer op de oude plaats gehangen.

Het kerkgebouw, dat erg bouwvallig was geworden werd in 1819 afgebroken en herbouwd. Er kwam een rijkssubsidie van f 3.000,-, de opbrengst van de afbraak van de oude kerk viel mee evenals de aanneemsom. Een legaat van P.J. de Geus en liefdegiften van de kerkleden zorgden er voor dat de bouwkosten konden worden betaald. Voor de bouw van de toren verleende de gemeente Zuid-Scharwoude een bijdrage van f 5.300,-. De kerk, die in 1820 werd ingewijd, kwam iets ten zuiden van de oude kerk te staan.

Toen de toren na tachtig jaar te hebben gediend verzakkingen en scheuren begon te vertonen besloot de gemeenteraad, die een nieuw gemeentehuis wenste te bouwen, de toren te slopen en deze met het uurwerk bij het nieuwe gemeentehuis te plaatsen. Dit besluit veroorzaakte zeer veel protesten in de gemeente. Er werd een adres naar Gedeputeerde Staten gezonden met het verzoek dit raadsbesluit niet goed te keuren. De gemeenteraad trok op 6 april 1905 opnieuw f 5300,- uit voor de bouw van een nieuwe toren bij de kerk. De kerk betaalde er f 2.500,- aan. De toren was in 1905 gereed. Een jaar later stond de gemeente Zuid-Scharwoude een strook grond van 2 meter breed af, waarna aan de west- en noordzijde van de kerk ijzeren hekken werden geplaatst.

De kerk bezit een mooi Van Dam-orgel uit 1881 met 22 registers, twee klavieren en pedaal. Tegenover de preekstoel met klankbord staat een herebank, die in 1914 aan de kerk werd geschonken door de familie Mispelblom-Beijer, de Heer van Zuid-Scharwoude en eigenaar van het tiendrecht dat de gemeente nog steeds moet betalen. Een familiewapen siert het ruggedeelte.

Men vindt in het portaal een aantal oude grafzerken uit de 17e eeuw. Eén grafzerk is van ds. Petrus Bandt, overleden op 1 januari 1652. Op de steen zijn een omkranst doodshoofd met gekruiste beenderen, een bijbel, een Griekse lamp en een struik meet drie bloemen gebeiteld. De oudste zerk dateert uit 1608. Op veel zerken treft men namen aan die nu nog in het dorp voorkomen.

In 1761 kregen de kerkvoogden van Zuid-Scharwoude vergunning van de Staten van Holland om een nieuwe pastorie te bouwen. Uit 's rijkskas werd een subsidie van f 1000,- gegeven op voorwaarde dat het dorp 15 jaar lang een bijdrage zou verstrekken, te verkrijgen door een tachtigste penning te heffen op de verkoop van onroerende goederen en 125 gulden per jaar, te betalen uit de opbrengst van de moestuinen. Men ging deze verplichting aan en de pastorie werd in 1764 in de Koog gebouwd. In 1882 verkocht men de pastorie echter aan de gemeente, die haar tot onderwijzerswoning bestemde voor het hoofd van de in dat jaar in de Koog gebouwde openbare lagere school.

Van 1591 tot 1859 waren de kerkelijke gemeenten Zuid-Scharwoude en Broek op Langedijk gecombineerd. Men had samen één dominee. In 1859 had de kerk, na de benoeming van een predikant die niet in de oude pastorie wilde wonen, een nieuwe pastorie laten bouwen. Deze kwam aan de westkant van nu de Voorburggracht, iets ten zuiden van de Geestweg, te staan. Aan de bouw hiervan heeft Broek voor de helft in de kosten bijgedragen. Deze pastorie werd later verkocht aan de gebroeders Sterringa, de N.V. Gesta, die er een fabriek voor de vervaardiging van elektrische elementen en apparaten in heeft gevestigd.

Het kerkgebouw verkeert nu reeds enige tijd in een toestand van verval en wordt niet meer voor de eredienst gebruikt. In 1978 kwam een groep verontruste inwoners uit verschillende kringen en met uiteenlopende motieven bijeen om de restauratie van de inmiddels op de Monumentenlijst geplaatste Kooger kerk voor te bereiden. Men was het er over eens dat de kerk voor de gemeente behouden moest blijven. Niet alleen voor de eredienst, maar ook uit landschappelijk oogpunt (de kerk markeert het dorp) en voor eventueel ander passend gebruik. Er werd een Stichting 'Kooger Kerk' in het leven geroepen, die ijvert om de voor de restauratie benodigde gelden in te zamelen. Er is een langspeelplaat opgenomen van orgelspel door de organist Jan Jongepier op het uit 1881 daterende Van Dam-orgel. Ook zijn vijf wandtegels met afbeeldingen van de kerk uit verschillende jaren in de handel gebracht. Ook is een verloting gehouden.